Prijs: Tien centiemen.
Eene der voornaamste redenen, die mij deden besluiten deze bladzijdente schrijven is, dat ik persoonlijk betrokken ben geweest bij deheftige besprekingen, welke het vraagstuk eener wederlandschehulptaal heeft opgeleverd. Met de meeste belangstelling heb ik allesnagegaan, wat over dit belangrijk onderwerp is geschreven en deontwikkeling gevolgd van de gedachte eener wereldtaal. Ik was tenprooi aan al de angsten van den twijfel en leefde in eene afwisselingvan hoop en moedeloosheid. Het is dus een ooggetuige, die voor uzijne verklaring komt afleggen, en die daarbij even onpartijdig alsoprecht zal te werk gaan.
Toen ik in 1890 voor het eerst van eene wederlandsche hulptaal hoordespreken, haastte ik mij te beantwoorden aan den tot mij gerichtenoproep en trachtte ik, voor zoover mijne middelen het toelieten, dieuitvinding te bevorderen.
Nochtans kon die wederlandsche hulptaal—het Volapük—mij niet geheelvoldoen, hoofdzakelijk wegens de moeilijkheid harer uitspraak.Derhalve zette ik mij aan het werk, om zelf eene kunstmatige taal tevervaardigen.
Deze onderneming, waarop ik al mijne hoop stelde, eischte van mijoneindig veel opzoekingen en aanzienlijke uitgaven, doch vooraleene lange en moeilijke studie. Ik getroostte mij dat alles echtergemakkelijk, bij de gedachte, welke overgroote voordeelen het bestaaneener eenvoudige, doch volledige wereldtaal aan het menschdom zouverschaffen. Ook was ik eenvoudig genoeg om te meenen, dat dievoordeelen voor eenieder zoo duidelijk waren, dat alle beschaafdevolkeren in korten tijd eene dergelijke taal zouden aanleeren.
Doch opeens, te midden van mijnen arbeid, vernam ik, bij toeval,het bestaan van het Esperanto. Door nieuwsgierigheid gedreven,maakte ik er aanstonds kennis mee en bestudeerde de nieuwe taal.Weldra kwam ik tot het besluit, dat het Esperanto inderdaad eenewonderbare schepping mocht heeten. Ik staakte mijne opzoekingen,daar mijn werk geene reden van bestaan meer had. En reeds zag ik inmijne verbeelding de wonderen gewrocht door de nieuwe wederlandschehulptaal, zoo eenvoudig, zoo buigzaam, zoo welluidend. De volkerenzouden zich de eer betwisten de eersten te zijn, om er het gebruikvan in te voeren; eindelijk toch had men het middel gevonden, omschriftelijk en mondelings met alle natiën gedachten te wisselen enallen zouden het over zijne betrekkelijke volmaaktheid eens zijn eneens blijven.
De studie van het Esperanto voortzettende, stuitte ik nu en danwel op iets, dat ik misschien anders zou ingekleed hebben, doch,aangenomen zelfs, dat mijne veranderingen ook werkelijk verbeteringenwaren geweest, waartoe zou het dienen wijzigingen aan te brengendaar, waar het niet volstrekt noodzakelijk is? Zou men, om eenekleinigheid zich in gevaar willen stellen, den vooruitgang tegen tehouden?
Ik geloofde in mijnen eenvoud, dat iedereen er zoo over zou denken,doch helaas! al ras moest ik mij zelven bekennen, dat ik geenerekening had gehouden met eene min edele neiging der menschelijkenatuur.
Ik heb inderdaad sedert dien verscheidene stelsels van wereldtalen in’t licht zien geven, doch het waren slechts namaaksels van Esperanto,en deze ontdekking alleen mag beschouwd worden als een schitterendbewijs van de onschatbare waarde van het grootsche werk van Zamenhof.
Vele dier talen bevatten de willekeurigste wijzigingen; men zouwaarlijk zeggen, dat de schrijvers ervan geene voldoende taalkennisbezitten, of wel dat het baatzuchtigen zijn, die de hoop koesterenzich beroemd te maken en de bewondering der menschen af te dwingen enzoo hunnen naam onder de nakomelingschap te doen voortleven.
Vergeten we niet, dat het betere vaak de vijand is van het goede BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!
Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!