Karl Marx en zijne voorgangers.
[I]
„Onwetendheid is de bron allerboosheid.”
Spinoza.
Er is zeer zeker in onze dagen geen belangrijkerverschijnsel in de samenleving dan het socialisme. Het heeft zich metzulk eene elementaire macht, van den aanvang der vorige eeuw af baangebroken, dat niemand, die eenig oog heeft voor het algemeen belang,zich aan die macht kan onttrekken, die er al meer en sterker van isuitgegaan.
Iedereen die zijn tijd begrijpen en kennen wil, moet ook eenekennismaking met de denkbeelden der socialisten en de volksbewegingen,eene studie van de sociaal-demokratie en de arbeidersbeweging onzerdagen, binnen den kring van zijn onderzoek betrekken. Het bestaan vande sociaal-demokratie te loochenen valt niemand in onze dagen meer in,en niet minder wordt algemeen erkend, dat het socialisme in hetalgemeen en de theoriën van de sociaal-demokratie in hetbijzonder, niet van dien aard zijn, dat wij door ze te leeren kennen,ons weten, ons denken en ons voelen er niet in groote mate door zoudenkunnen versterken.
In een tijd van gisting, overal om ons heen, is er te meer reden omdit te doen, opdat wij weten wat anderen willen, die, zonder dat wijonderricht zijn over hetgeen zij leeren en voorstaan, voor ons niet tebegrijpen zouden zijn. En wij moeten anderen begrijpen, willen wijons-zelven begrijpen. Het moet ons duidelijk zijn wat anderen willen,willen wij ons een klaar denkbeeld kunnen vormen, van wat wij-zelfwillen. [II]
En in het willen onzer dagen, neemt dat van de socialisten eenegroote plaats in. Wij begrijpen dat soms niet, wij zien hier alles aanvoor het werk van enkele personen, van enkele leiders, wanneerwij niet leeren kennen, wat de werkelijke drijfkracht en de drijfveerhunner handelingen is. Wij begrijpen de hartstochten en de handelingenniet, zooals zij zich tegenwoordig openbaren in de arbeidersbewegingenvan alle landen rondom ons, en ook in ons eigen land, wanneer wij onsniet op de hoogte stellen waaruit deze voortvloei