Bibliotheek van “De LevendeNatuur”.
VI en VII.
Het paddenstoelenboekje,
Amsterdam.
W. Versluys.
1913.

[V]

[Inhoud]

Voorbericht.

Paddenstoelen... ze zijn altijd nog maar weinig intel. “Duivelsbrood” is en blijft het voor de meesten endaarmede is al heel duidelijk gezegd hoe men er over denkt:weerzinwekkend duister goedje, nergens voor te gebruiken, alleen goedvoor hongerige duivels.

’t Is en blijft ons een raadsel, waardoor ze juisthier zoo weinig in tel zijn, ja vaak zoo verfoeid worden—echteverschoppelingen!—terwijl ze bijna overal elders ijverig gezochten bestudeerd worden en op hunne juiste waarde geschat; in de eersteplaats wel, omdat ze een gezond en smakelijk voedsel opleveren, dochdan ook—minder baatzuchtig—als heel bijzondere en mooiedingen, die ieder jaar met vreugde begroet worden, wanneer ze weer alsoude bekenden op dezelfde plekjes verschijnen. Zoo goed als de eerstesneeuwklokjes in Februari, die het begin van de lente inluiden, of debloeiende waterleliën, die je zoo echt doen voelen, dat je weervolop in den zomer zit!

En waarom dan de paddenstoelen niét, die laatstewonderschoone opbloei der herfstbosschen, die een kleurenrijkdom en eenpracht vertoonen, welke, in onze gewesten, die der bloemen nogovertreft in gloed, in volheid, in afwisseling! Doch wij willen onshoofd niet verder met dit raadsel breken. Het schijnt anders te worden. Uit alles blijkt dat debelangstelling in den laatsten tijd sterk is toegenomen. Zoo hebben wijons dan tot het schrijven van dit boekje gezet met de zekerheid, dat erdoor velen met verlangen wordt uitgezien naar een eenvoudig Hollandschwerkje over paddenstoelen. Geen hooggeleerd [VI]werk, om de ontelbare vormen te determineerenen hun plaats in een wetenschappelijk systeem te leeren kennen, docheen handig boeksken waarin men de hoofdzaken omtrent de paddenstoelenkan vinden, iets over hun leven en hun bouw; waarmede men debelangrijkste soorten kan leeren kennen en vooral ook waardoor mengiftige en eetbare soorten kan leeren onderscheiden.

Ten slotte dan ook, hoe men de laatste moet verzamelenen toebereiden.

Wij zijn er ons volkomen van bewust, dat wij met ditlaatste een groote verantwoordelijkheid op ons nemen en daarom willenwij reeds hier onmiddellijk zeggen: Ook zonder alle eet

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!