[297]

Thuringen.

Gezicht op Koburg.

Gezicht op Koburg.

I.

Kent ge Thuringen, lezer? Zoo niet, dan mist ge een zeker aantal aangename herinneringen, weldadige indrukken, die, naar ikmeen, weinig andere landen van zoo luttele uitgestrektheid u in gelijke mate geven kunnen. Zoo ja, dan zal zich ongetwijfeldin uw gemoed het beeld hebben gegrift van deze landstreek, als van eene der liefelijkste en in menig opzicht belangrijkstedie het u immer gegeven was te aanschouwen. De natuur en de menschenwereld hebben hier gelijkelijk recht op uwe aandacht,uwe volle belangstelling, uwe liefde; beiden spreken met gelijken nadruk tot u, en wedijveren in de tentoonspreiding van watgeest en gemoed boeien, streelen, verheffen kan. Maar hetzij ge Thuringen door eigen aanschouwing kent, hetzij ge [298]uwe wetenschap van dat land tot dusver aan anderen ontleenen moest: toch durf ik u uitnoodigen, in gedachte op enkele uitverkorenplekjes van deze rijk gezegende streek te vertoeven. De meer dan eenvoudige potloodschetsen, die ik u biede, mogen u welkomzijn, hetzij als beelden uwer eigene herinnering, hetzij als opwekking om wat ge tot dusver miste, zelf te gaan genieten.

Thuringen is het hart van Duitschland. Het is dat niet alleen door zijne ligging genoegzaam in het midden van het groote rijk:het is dit ook in anderen en hoogeren zin: door het krachtige, frissche, nieuwe leven, dat reeds meer dan eenmaal zich vanhierdoor alle aderen der groote duitsche nationaliteit uitstortte. Ja, hoezeer het gebergte van Thuringen, het heerlijke Thuringer-Wald,een door de natuur zelf gevormde grensscheiding is tusschen noordelijk en zuidelijk Duitschland, tusschen de dialekten eneigenaardigheden der verschillende germaansche stammen, tusschen het protestantsche noorden en het katholieke zuiden; zoovertoont toch, niet alleen de thuringsche natuur, maar vooral ook het thuringsche volk, eene merkwaardige samenvloeiing ensamensmelting van wat noord en zuid eigenaardigs en karakteristieks hebben. Niet ten onrechte heeft men daarom Thuringen dikwerfKlein-Duitschland genoemd. Meen echter niet, dat deze gelijkenis met het beeld der naburen ten noorden en ten zuiden, oorspronkelijkheiden eigen zelfstandigheid uitsluit. Integendeel: in weinig streken van Duitschland zult ge zoovele plaatselijke eigenaardigheden,zoovele karakteristieke bijzonderheden in het volksleven en karakter aantreffen, als juist hier; en nergens bijna vindt gezoo trouwe gehechtheid aan voorvaderlijke gebruiken en overleveringen nevens zoo geopenden zin voor de eischen en behoeftenvan den nieuweren tijd, en zoo ijverige begeerte om anderen op de baan der ontwikkeling voor te gaan.

Het is inderdaad een merkwaardig volk, dat volk van Thuringen, daarbij trouwhartig, eerlijk, arbeidzaam, vriendelijk en opgeruimd;de ernst en bedachtzaamheid van het noorden paart zich hier aan de gemoedelijkheid en vroolijkheid van het zuiden. Wat frissche,opgewekte levenslust komt u hier overal verkwikkend te gemoet. Overal gezang en gejubel, op de wegen, in de steden, in dedorpen; over het gansche land zweeft als het ware een onsterfelijk, duizendstemmig lied. Niet alleen heeft iedere stad harezangvereenigingen, maar ge zult bijna geen dorp vinden zonder eene eigene liedertafel. Nog heden ten dage trekken de dusgenaamdeKurrendschüler, door de straten van meer dan eene thuringsche stad, zooals weleer Maarten Luther, en zingen in koor hunne vrome l

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!