Opmerkingen van de bewerker

De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.

Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.

Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een dunne rode stippellijn, waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is.
Variaties in spelling zijn behouden.

Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.

BIJ ONS IN NOORD-HOLLAND


BIJ ONS
IN NOORD-HOLLAND

DOOR
H. J. HEIJNES
NED. HERV. PREDIKANT TE LANDSMEER
decoratieve illustratie
AMSTERDAM
W. TEN HAVE V/H HÖVEKER'S BOEKHANDEL

HOOFDSTUK I.

I.

LAND EN VOLK.


I. Ter Inleiding.—Dit is land- en volkenkundig onderricht. Het wordtmedegedeeld aan de Noord-Hollanders wegens het nut, dat erin is, deeigen woonplaats, en aan andere landsliên wegens de nuttigheid, die hetheeft, vreemde streken te leeren kennen.

De land- en volkenkunde is een wetenschap, niet ontbloot van prikkelendsvoor het vernuft en pakkends voor het gemoed.

II. Grenzen.—Veel landen toonen overeenkomst met elkander; maarNoord-Holland bezit in de meeste opzichten om 't even iets bizonders.Wat betreft grenzen, het heeft er slechts drie, terwijl nagenoeg allelandstreken er vier hebben. Ten noorden heeft het geen grens, zondernochtans in die richting grenzenloos te zijn, maar dewijl de oost- en dewestgrens aldaar in één punt samenloopen.

Noord-Holland grenst ten oosten, ten zuiden en ten westen aan eenwater, dat, in volgorde, Zuiderzee, Y en Noordzee heet. Mijn zoon van dekweekschool zegt, dat dit Noord-Holland tot een eiland maakt; maar ikantwoord den knaap, dat Noord-Holland veeleer een kaap is. Want ik vindhet Y niet breed genoeg, om een eilandgrens te vormen. Mijn zoon van dekweekschool is een wijsneus.

De landkaart teekent ook het Gooi, en Haarlem, en zelfs Amsterdam, inNoord-Holland. Maar zoo kan men alles wel Noord-Holland noemen, endaarom ben ik tegen de voorstelling van de landkaart.

III. Bodem.—Het land is vet. Daarvan komt het, dat de landlieden vaakdik, en hun buidels rond zijn.

Het voornaamste voortbrengsel uit het dierenrijk is: de koe, en hetvoornaamste uit het plantenrijk: het gras. Uit het delfstoffenrijk valtvoor de Noord-Hollanders niets van belang te gewinnen, hoe diep zij ookdelven mochten. Maar bovendien delven zij niet diep.

IV. Bergen en Rivieren.—Ook klimt men in Noord-Holland niet hoog.Bergen zijn er: geen. Het meest gelijken nog naar bergen, zonder het tezijn, de duinen. De duinen

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!